In memoriam Els Borst
Met veel respect gedenken we Els Borst, voormalig minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, om wie zij was en om wat zij betekend heeft voor de gezondheidszorg, onder andere op het gebied van ethiek. Els Borst was een doortastende en aimabele bewindsvrouw, met hart voor de zaak en met oog voor de verscheidenheid van mensen. Als dokter en ziekenhuisbestuurder wist zij wat nodig was om de gezondheidszorg en de medische wetenschap verder te brengen.
Els Borst heeft daarin als minister veel kunnen realiseren, in wetgeving en op het terrein van ethiek. Zij zorgde ervoor dat ethische expertise aanwezig was in de adviesraden. Dat gold voor de Gezondheidsraad, maar ook voor de beleidsgerichte Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ). Ze onderstreepte het belang van ethiek in gezondheidsbeleid door de oprichting van het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG), een samenwerkingsverband tussen de Gezondheidsraad en de RVZ. Die samenwerking bood volgens haar echt een meerwaarde: “kijken vanuit de spreekkamer en kijken vanuit de samenleving.”
Dat ethiek, gezondheid en beleid voor Els Borst met elkaar verbonden zijn, bleek al toen zij als minister in 1998 de RVZ vroeg haar te adviseren hoe de overheid ten aanzien van ethische dilemma’s beleid moest voeren: “Continu doen zich gezondheidsethische kwesties voor, waarover politieke besluiten moeten worden genomen. De kwesties ontstaan deels door sociaal-culturele ontwikkelingen in de samenleving, deels door technologische vooruitgang en deels door financieel-economisch beleid. De indruk bestaat dat de overheid steeds reageert, nauwelijks anticipeert en dus achter de feiten aanloopt.”
Als eregast was Els Borst aanwezig toen het CEG officieel werd geopend in 2003. Goed voorbereid en stevig doorvragend leidde zij tijdens het openingssymposium een Socratisch gesprek met vooraanstaande ethici, onder meer over ethische dilemma’s die opgeroepen worden door de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van mensverbetering, maar ook de veranderende verhouding in de zorgverlener-patiëntrelatie bracht ze ter sprake.
Els Borst was er ook weer bij toen op 10 oktober 2013 het tienjarig bestaan van het CEG werd gevierd met een symposium. Hoogtepunt was de eerste Els Borst Lezing, die werd uitgesproken door Inez de Beaufort, hoogleraar gezondheidsethiek aan het ErasmusMC. De Beaufort was nauw betrokken bij de oprichting en ontwikkeling van het CEG. In de eerste Els Borst Lezing, Kleine ode aan Onafhankelijkheid, bouwde De Beaufort drie maal ‘een kleine ode aan Els’ in, waarin zij aangaf hoe groot het belang van Els Borst is geweest voor de Nederlandse gezondheidszorg. Een daarvan is deze: “Kleine ode aan Els, ik ben er trots op om in een land te leven waar euthanasie mogelijk is.”
Op de vraag aan Els Borst of haar visie in de loop der jaren was veranderd, benadrukte ze dat ze door haar voorzitterschap van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (2002-2011) geleerd had om steeds meer door de bril van de patiënt te kijken. Ze vond dan ook dat het patiëntperspectief steviger moest worden meegewogen bij de totstandkoming van ethische adviezen. Het geeft aan hoe vernieuwend, genuanceerd en weloverwogen Els Borst in het leven stond en anderen wist te inspireren. Fijn, dat ze de eerste Els Borst Lezing zelf heeft kunnen bijwonen. Iedere volgende Els Borst Lezing zullen we haar herinneren, maar zeker ook missen.