Verslag aanbiedingsbijeenkomst signalement Leefstijlbeïnvloeding: tussen betutteling en verwaarlozing
De aanbieding van het signalement Leefstijlbeïnvloeding: tussen betutteling en verwaarlozing, op donderdag 27 maart jl., aan directeur-generaal Volksgezondheid Paul Huijts, werd voorafgegaan door een levendige forumdiscussie, met zeer uiteenlopende meningen. Deze discussie illustreerde hoe verschillend over het onderwerp ‘grenzen aan leefstijlbeïnvloeding’ wordt gedacht.
De voorzitter van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ), Rien Meijerink, opende voor een volle zaal de bijeenkomst ter gelegenheid van de aanbieding van het signalement. De aanleiding voor het signalement was dat maatregelen om de leefstijl te beïnvloeden vaak discussie oproepen over eventuele betutteling. Aangezien in die discussie regelmatig uitspraken worden gedaan, ontstond de behoefte om vanuit politiek-filosofisch perspectief de argumenten in het debat omtrent leefstijlbeïnvloeding te analyseren en de relevante argumenten in een overzicht te presenteren. Behalve de aanbieding van dit jongste product van het CEG was er meer noemenswaardig nieuws. Minister Schippers had juist de dag ervoor een brief naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd waarin zij positief oordeelt over de RVZ en het CEG naar aanleiding van de extern uitgevoerde evaluatie van het functioneren van de RVZ en het CEG.
Raadslid van de RVZ en Forumvoorzitter van het CEG Dick Willems lichtte het signalement inhoudelijk toe. Het signalement, dat is opgesteld door Marieke ten Have, is deels gebaseerd op onderzoek en deels op interviews. Deze interviews, die als bijlagen aan de publicatie zijn toegevoegd, zijn de moeite van het lezen waard. In de media komt de term ‘betutteling’ veel voor en de meningen lopen erg uiteen. Sommigen pleiten voor een minder bemoeizuchtige overheid, terwijl anderen juist vinden dat – zeker als het om gezondheid gaat – bemoeienis geen betutteling is en gebrek hieraan zelfs verwaarlozing. In het signalement wordt dit publieke debat in kaart gebracht: welke argumenten spelen een rol? En wat zijn goede argumenten om leefstijlbeïnvloeding te rechtvaardigen of af te wijzen? Het signalement eindigt met een aantal vragen die gesteld moeten worden om een maatregel gericht op leefstijlbeïnvloeding te kunnen rechtvaardigen, zoals: wat zijn de positieve effecten? En: zijn er alternatieven om met minder sterk ingrijpen in de persoonlijke vrijheid hetzelfde doel te bereiken?
Forumdiscussie
De forumdiscussie die daarop volgde verliep zeer levendig. Paul Frissen (hoogleraar Bestuurskunde, Universiteit van Tilburg), Rob Oudkerk (voormalig huisarts, directeur Transformatiefabriek en adviseur van gemeenten), en, via een videoboodschap, Wanda de Kanter en Pauline Dekker (beiden longarts en voorzitter van de Werkgroep Tabaksverslaving) namen daaraan deel. Er werden in totaal vier stellingen besproken.
Obesitas bij kinderen
De eerste stelling is: ‘Obesitas bij kinderen is een uiting van verwaarlozing’.
Paul Frissen opende de discussie en herinnerde zich dat hij tien jaar geleden nog werd weggehoond toen hij zich afvroeg of ouders uit hun ouderlijke macht gezet zouden worden wanneer hun kinderen obesitas hebben. Inmiddels is dit toch werkelijk gebeurd. Frissen stelde dat men best alles in het werk zou mogen stellen om aan te tonen dat gezond eten goed is, als dit maar niet met belastinggeld gebeurt, en niet door de staat. Het gaat ver om een overheid toe te staan om met dwang en drang leefstijlen te beïnvloeden. Nu gaat het om gezondheid, maar dit zou ook iets anders kunnen zijn waar we het helemaal niet mee eens zijn. Rob Oudkerk noemde obesitas bij kinderen geen mishandeling, maar ‘liefdevolle verwaarlozing’. Het uit de ouderlijke macht zetten van ouders gaat inderdaad erg ver, maar dat zit dan ook helemaal aan het einde van het spectrum. Bemoeienis is zeker wel geboden. Een Big Mac moet af en toe best kunnen, maar wel met mate. Wanda de Kanter en Pauline Dekker stelden dat overgewicht zeker verwaarlozing is. Kinderen moeten beschermd worden omdat ze niet in staat zijn zelf keuzes te maken over hoe het over twintig jaar zal gaan. Ook uit de zaal komen reacties op de stelling. Arno Rutte, Tweede Kamerlid voor de VVD en woordvoerder, vindt dat de vrijheid om te bepalen wat je doet essentieel is voor de mens; neem je dat weg dan krijg je een totalitaire maatschappij. Maar als het over kinderen gaat heeft de overheid wel verantwoordelijkheid, en met name voorlichting is volgens hem erg belangrijk. Jaap Seidell, hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de Vrije Universiteit, stelt dat het onrealistisch is om met alleen voorlichting iets te bereiken. Obesitas is een ziekte die bepaald wordt door externe factoren, en betreft geen keuze.
Tabak
De tweede stelling ging over tabak: ‘Het is bizar dat tabak nog steeds overal verkrijgbaar is, terwijl limonade die leukemie zou veroorzaken direct uit de schappen gehaald zou worden’. De Kanter en Dekker zijn het hier grondig mee eens; Frissen denkt hier anders over. In zijn wijze van denken is een verbod op het toebrengen van schade aan anderen gelegitimeerd. Echter, dit houdt niet in dat we mensen de vrijheid om te roken moeten ontnemen. Oudkerk blikt positief terug op het rookbeleid te afgelopen jaren. Hij noemt bijvoorbeeld de sigaren van Den Uijl en Wiegel en de schaaltjes sigaretten die vroeger op feestjes op tafel stonden: inmiddels is er echt al heel erg veel veranderd. Meijerink noemt dat de cijfers hiervan nog niet spreken en dat er nog geen reden is om te doen alsof het probleem al overwonnen is. Frissen stelt dat we dergelijke problemen nooit zullen overwinnen. Bovendien is een samenleving waarin iedereen supergezond en veilig is een totalitaire staat. Rutte kent andere cijfers die wel laten zien dat het aantal rokers erg is teruggelopen. Daaraan voegt hij toe dat de overheid heel veel doet om roken terug te brengen. De roep dat de overheid niet genoeg doet, is volgens hem dan ook onterecht.
Rien Meijerink sluit de discussie af en merkt op dat het debat duidelijk heeft laten zien hoezeer het onderwerp de gemoederen bezighoudt. Hij hoopt dat het signalement behulpzaam kan zijn bij het voortzetten van de discussie.
Dan biedt Meijerink het signalement aan directeur-generaal Paul Huijts aan. Deze noemt dat het veelbesproken thema erg is gekleurd door persoonlijke opvattingen: de wijze van denken over het onderwerp is niet los te knippen van iemands eigen levensvisie. Als er schade voor anderen in het spel is, is het gemakkelijker om maatregelen door de overheid als legitiem te beschouwen. Gaat het over jezelf, dan is dat anders. Een veilig leven is niet per definitie het leukste leven. Je moet eigen keuzes kunnen maken maar de overheid kan wel iets doen aan de omgeving waarin we leven. De mens is een gemaksdier: als het slechte gemakkelijk te grijpen is, dan doe je dat eerder. De vraag is hoe dwingend of stimulerend de werkgever, de industrie, de wijk, de gemeente en de gezondheidszorg mogen zijn. Dit kabinet kiest voor scherpe grenzen, met name voor de jeugd. Ook met name voor tabak; het anti-tabaksbeleid is nog nooit zo scherp geweest. Maar daarnaast is het belangrijk om te werken aan een omgeving waarin je zelf kunt kiezen voor een gezonde leefstijl, met ook ruimte voor onverstandige keuzes die wel levensgeluk bieden.
Verslaglegging: Myrthe Lenselink