Ethiek en Ebolavirus

De recente behandeling met een experimenteel medicijn van twee door het Ebola virus besmette gezondheidswerkers, leidde tot de vraag of een medicijn dat nog niet voldoende is onderzocht en dus nog niet veilig is bewezen, gebruikt mag worden in het geval van een uitbraak. De Wereldgezondheidsorganisatie organiseerde op 11 augustus 2014 een paneldiscussie met medisch-ethici, wetenschappelijke experts en leken uit de getroffen landen om het gebruik van experimentele therapieën bij de Ebola uitbraak te beoordelen.

Tijdens deze discussie werden de volgende vragen besproken:

  • Is het ethisch om niet geregistreerde medicatie met onbekende nadelige gevolgen als eventuele behandeling of profylaxe te gebruiken in het geval van een uitbraak en zo ja, aan welke criteria en voorwaarden moet worden voldaan voordat ze kunnen worden gebruikt?
  • Als het ethisch is om niet geregistreerde medicatie in bovengenoemde omstandigheden in te zetten, welke criteria zijn nodig om een keuze te kunnen maken over wie behandeld mag worden met deze medicatie, gezien de beperkte beschikbaarheid?

Gezien de omstandigheden van de huidge Ebola-uitbraak, kwam het panel tot de consensus dat het ethisch juist is om ongeregistreerde medicatie, met nog onbekende effectiviteit en nadelige effecten, als mogelijke behandeling of preventie aan te bieden. Hierbij dienen criteria als transparantie over alle aspecten van zorg, informed consent, keuzevrijheid, vertrouwelijkheid, respect voor de persoon, het behoud van menselijke waardigheid en betrokkenheid van de gemeenschap in acht te worden genomen.

Er was algemene overeenstemming dat het een morele plicht is om deze behandelingen in de best mogelijke klinische studies onder de omstandigheden te evalueren, teneinde de werkzaamheid en veiligheid definitief te kunnen bewijzen of om bewijs te leveren dat het gebruik stopgezet dient te worden.

Lees ook de uitgebreide en Engelstalige samenvatting van de discussie.