Knelpunten rond de omgang met onbedoelde en ongewenste uitkomsten in de zorg

De kwaliteit van zorg in Nederland is hoog. Dat kan niet garanderen dat de uitkomsten in de zorg altijd naar ieders bedoeling of wens zijn. In het signalement ‘Omgaan met onbedoelde en ongewenste uitkomsten in de zorg’ identificeert het CEG 3 morele logica’s die onderling op gespannen voet kunnen staan: normhandhaving, leren en herstel. Deze morele logica’s kunnen kwaliteitsstaf, beleidsmedewerkers, management en bestuur in de zorg helpen bij het beter doorgronden van knelpunten en het formuleren van een oplossing die recht doet aan de behoefte van de betrokkenen.

Last van huidige procedures

De praktijkervaringen van zowel patiënten als zorgverleners laten zien dat beide groepen last hebben van de huidige procedures voor de omgang met ongewenste uitkomsten. Zo blijken sommige zorgverleners last te houden van flashbacks na zo’n gebeurtenis. Een zorgverlener vertelt: 'En als je na 2  jaar nog steeds zo gevoelig bent, betekent dit dat je de ruimte (om ermee om te gaan) gedurende deze twee jaar niet hebt gevonden.' Door patiënten wordt bijvoorbeeld het aantonen van een oorzakelijk verband over een traumatiserende gebeurtenis – nodig voor de afwikkeling van schadeclaims – als pijnlijk ervaren. 'Het is een continu gevecht tegen mezelf, tegen hoe mensen tegen me aankijken, tegen allerlei instanties'..... 'Ik lees de brieven niet meer. Er wordt namelijk systematisch gezegd dat je liegt, dat het aan jou ligt, en dat je je aanstelt.'

Knelpunten

Met morele logica’s doelen we op manieren van denken over wat eerlijk en pas­send is, de criteria die daarbij worden ge­hanteerd, en het bijpassende vocabulaire. De 3 morele logica’s die in het signalement worden geïdentificeerd, kunnen op gespannen voet met elkaar staan. Zo zet normhandhaving het proces van leren van een ongewenste uitkomst onder druk. Normhandhaving vraagt namelijk om een zorgvuldige procedure om het bepalen van passende consequentie op mogelijk onrechtmatig handelen te bepalen. Partijen zullen zich met name gaan verdedigen, terwijl leren vraagt om veiligheid en spreken over twijfels. Daarnaast bieden de procedures – binnen bijvoorbeeld het tuchtrecht of het civiel recht – weinig ruimte voor emoties en herstel van schade. Er wordt enkel getoetst of de zorgverlener heeft gehandeld conform de norm, en op de technisch-juridische vragen rondom de schade. Tot slot gaat de toenemende vraag naar transparantie over onbedoelde en ongewenste uitkomsten in de zorg soms ten koste van de mogelijkheden tot herstel en leren van de onbedoelde of ongewenste uitkomst in de zorg.

Morele logica's

De spanningen tussen de morele logica’s doen recht aan de complexiteit en de dilemma’s die horen bij onbedoelde en ongewenste uitkomsten in de zorg. Door deze expliciet te maken helpen de logica’s bij het maken van een goede afweging die nodig is om tot een aanvaardbare oplossing te komen voor de verschillende belanghebbenden. De morele logica’s kunnen worden beschouwd als lenzen om naar de complexiteit van de dagelijkse zorg te kijken. De taal die we hanteren over een gebeurtenis beïnvloedt onze ervaring van en mening over een gebeurtenis en beïnvloedt ook waar we de mogelijke oplossingsrichtingen zoeken.

Verbetering

Bij gebeurtenissen in de zorg die veel media-aandacht krijgen domineert de logica gericht op normhandhaving en op volledige transparantie: ‘Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Wie waren verantwoordelijk?’. Het CEG betoogt dat niet één morele logica beter is dan de andere, maar dat van belang is de juiste balans te vinden. De juiste balans kan per situatie verschillen. Bewustzijn hiervan en van de knelpunten uit de praktijk kan bijdragen aan het verbeteren van de ervaringen van patiënten en zorgverleners met het stelsel dat de omgang met onbedoelde en ongewenste uitkomsten in de zorg reguleert.