Persbericht: ‘Hard bewijs niet de enige maat voor goede zorg’
In de afgelopen decennia is bewijs uit grootschalig en gecontroleerd onderzoek steeds belangrijker geworden voor de keuze van goede en te vergoeden zorg. Maar hard bewijs is lang niet altijd te vinden.
Wordt dat toch als algemene eis gesteld, dan kan dat onbewezen maar waardevolle vormen van zorg verdringen en goede zorg tekort doen. Dat stelt de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Het is daarom beter beslissingen over behandelingen en vergoedingen te baseren op passend bewijs: ‘hard’ als het kan, ‘zachter’ als het nodig is.
Bewijs heeft de kwaliteit van zorg verbeterd
De laatste twintig jaar heeft evidence-based medicine een hoge vlucht genomen. Het streven is daarbij medische behandelingen – en ook opname in het basispakket – te onderbouwen met harde cijfers over effecten en doelmatigheid. Dat heeft tot kwaliteitsverbetering geleid. De praktijk van de zorg is echter divers en complex. Op dit moment is slechts 10 tot 25 procent van de medische behandelingen bewezen effectief.
Niet alle zorg is op dezelfde manier te onderzoeken
Dat percentage kan nog groeien, met de juiste stimulansen, zeker op gebieden die op dit moment achterblijven. Maar niet voor alle vormen van zorg is hard bewijs te verkrijgen. Zo is er een groot verschil tussen onderzoek naar een medicijn met een effect dat in het bloed gemeten kan worden, zoals een cholesterolremmer, en onderzoek naar fysiotherapie bij ouderen met verschillende aandoeningen tegelijk.
Te veel nadruk op hard bewijs leidt tot verschraling
Als deze verschillen genegeerd worden, kunnen ethische problemen ontstaan: belangrijke waarden in de zorg komen onder druk te staan, bijvoorbeeld in de verpleeghuiszorg en bij preventie. En waardevolle vormen van zorg kunnen dan uit het basispakket verdwijnen. Hard bewijs heeft niet alleen in dit opzicht eenprijs, maar betekent ook grootschalig en duur onderzoek. Dat zal de zorg niet goedkoper maken.
Passend bewijs per zorgvorm is noodzakelijk
Waar hard bewijs mogelijk is moet dat worden gebruikt. Voor andere zorgvormen is zachter bewijs passend. En sommige vormen van zorg zijn waardevol ook al kan hun effect niet bewezen worden. Voor aandacht en een geruststellend woord zijn geen standaarden en protocollen nodig.
Bewijs in het aanvullende pakket moet worden versterkt
In het aanvullend pakket is juist wel meer wetenschappelijke onderbouwing nodig. Daar speelt bewezen effectiviteit een bijrol; de voorkeuren van consumenten geven de doorslag. Dat plaatst professionals voor een moeilijke keuze: meestal moeten ze evidence-based werken, maar soms ook niet. Ook hier is passend bewijs dus gewenst.