Persbericht: Moreel houvast nodig in de jeugdzorg
Jeugdzorgwerkers gaan sneller naar de voordeur en betreden eerder de gezinssfeer, maar kampen dan met onzekerheden over de juiste koers. Wat moet de richtlijn voor hun handelen zijn? De ouderlijke vrijheid houdt op waar schade aan het kind begint, maar wat is schade? En welke ingreep is passend en moreel aanvaardbaar? Opvattingen daarover zijn in de loop der tijd verschoven. ‘Dilemma’s op de drempel’ laat die verschuivingen zien, brengt de morele onzekerheden van jeugdzorgwerkers in kaart en biedt suggesties voor oplossingen. Vandaag is dit signalement overhandigd aan André Rouvoet, minister voor Jeugd en Gezin.
Een belangrijke uitkomst is dat een steviger moreel houvast en meer maatwerk in de aanpak van de jeugdzorg dringend nodig zijn. Professionals in de jeugdzorg lopen op eieren. Ze voelen zich onder druk gezet door de grote aandacht voor tragische incidenten, zonder dat altijd duidelijk is hoe ze moeten handelen. De angst om fouten te maken wordt vooralsnog niet kleiner. Er zijn meer meldingen bij de Raad voor de Kinderbescherming en meer ondertoezichtstellingen. De wachtlijsten in de jeugdzorg worden langer. Mogelijk zullen de extra toegezegde investeringen om de wachtlijsten te bekorten effect hebben.
Het voorkomen of beperken van schade is de pijler onder het handelen van de jeugdzorgverlener. Aan de andere kant leeft de angst met ingrijpen juist schade te berokkenen. Zo kan de vertrouwensband met de ouders of het kind worden geschaad en dat kan de zaak erger maken. Bijvoorbeeld een mentor die moet afwegen of hij de vertrouwensband met zijn leerling zal riskeren door op huisbezoek te gaan omdat hij ongerust is. Ook weten jeugdzorgwerkers niet altijd zeker of ze, als ze toch ingrijpen, wel iets te bieden hebben dat tot daadwerkelijke verbetering kan leiden.
Wat is er nodig om jeugdzorgwerkers op de drempel te voorzien van moreel houvast en andere professionele bagage voor effectief handelen? Van de kant van de overheid is meer morele visie nodig om de gekozen aanpak te legitimeren. Intercollegiale toetsing, een eenduidige en betrouwbare methode voor diagnostiek, kennis over bewezen effectieve interventies en een beroepscode zijn belangrijke instrumenten om de hulpverlener een stevig houvast te geven.