De minister voor medische zorg en sport heeft het CEG in februari 2019 verzocht de ethische vraagstukken in kaart te brengen rond 3 vormen van e-health:
- Preventief gebruik van gezondheidsapps en wearables;
- Robotisering in de langdurige zorg;
- Het gebruik van sensoren in de context van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Dit signalement is het tweede van het e-health drieluik.
Beleidsmakers hebben hoge verwachtingen van de inzet van robots in de zorg. Robots zouden het werk van zorgverleners kunnen verlichten en het probleem van het dreigende tekort aan zorgpersoneel kunnen ondervangen. Omdat de techniek nog beperkt is, maken robots deze verwachtingen in de praktijk echter nog niet waar. Ook beschikken zorgverleners niet altijd over voldoende tijd of vaardigheden om alle mogelijkheden van de zorgrobots volledig te benutten.
Wat zijn de belangrijkste ethische vragen bij het gebruik van robots in de langdurige zorg? Wat betekent de inzet van zorgrobots voor het menselijk contact, dat ook onderdeel is van zorg? Hoe verhoudt de inzet van zorgrobots zich tot menselijke waardigheid en andere waarden die horen bij de zorg? Wat gebeurt er met de data die zorgrobots verzamelen? En zijn zorgrobots bereikbaar voor iedereen die zorg nodig heeft?